Boot huren Amsterdam arrangementen

Vaartocht Westelijke eilanden

Duur: 1,5 uur
Laagste brug nr. 161 Singelgracht: 1,33 m +NAP
Bron: De Amsterdamse vaargids
Download deze vaartocht
Terug naar alle vaartochten

vaartocht westelijke eilanden-amsterdam
Deze vaartocht leidt vanaf startpunt café ‘t Smalle in de Jordaan, via het Westerdok naar de Westelijke Eilanden: Bickerseiland, Realeneiland en Prinseneiland. Deze eilanden zijn, vooral in de Gouden Eeuw, van groot belang geweest voor de Nederlandse scheepvaart. Terwijl de Oostelijke Eilanden gebruikt werden voor de scheepsbouw, deden de Westelijke Eilanden voornamelijk dienst als goederenopslag. Tijdens het varen zult u zien dat een zeer groot gedeelte van de pakhuizen, ook wel spijkers genaamd (afgeleid van spiker: korenschuur), bewaard is gebleven.

De grachtengordel staat dan ook sinds augustus 2010 op de Wereld Erfgoedlijst van Unesco.

vaartocht westelijke eilanden-amsterdam2 Pakhuizen zijn belangrijke bedrijfsmonumenten. Er is geen stad in Europa met een dergelijk groot bezit aan dergelijke monumenten als Amsterdam, dat in de zeventiende eeuw de stapelmarkt van de wereld was. Bijna alle goederen die mondiaal werden verhandeld, vonden hun opslag in Amsterdamse pakhuizen. Tot ongeveer 1600 werden de goederen opgeslagen op pakzolders in het woonhuis van de koopman. Naarmate de handel belangrijker werd, nam de behoefte aan opslagruimte toe. In het begin van de zeventiende eeuw werden daarom op grote schaal pakhuizen gebouwd met karakteristieke vormgeving: smal, diep en hoog.

We varen vanaf café ‘t Smalle in noordelijke richting. 
Onder brug nr. 124 gaan we bakboord uit.
We varen nu op de Prinsengracht. We varen onder brug nr. 60 door.

Aan stuurboordzijde liggen twee cafés: de Vergulde Gaeper en de Twee Prinsen. Beide zijn met hun ruime terrassen het bezoeken waard. Verderop aan bakboordzijde zien we de Noorderkerk. De houten kap en het sierlijke torentje vormen een knap staaltje timmermanswerk. Rondom de kerk lag oorspronkelijk een kerkhof, maar dat werd in 1688 opgeheven.

We komen nu aan bij de Eenhoornsluis, die het Westerdok met het centrum verbindt.

Pas op, op dit punt varen vaak meer rondvaartboten achter elkaar het centrum binnen. Ze wijken niet!

Nadat we de sluizen zijn gepasseerd, varen we het Westerdok in. 

Twee eeuwen geleden had men nog geen technische middelen om te voorkomen dat een haven dichtslibde. Het Oosterdok en het Westerdok werden aan het begin van de negentiende eeuw aangelegd om het dichtslibben van de haven tegen te gaan en zo de scheepvaart van voldoende diepgang te verzekeren.

Aan bakboordzijde bevinden zich de drie Westelijke Eilanden.

Het eerste eiland is Bickerseiland, vernoemd naar Jan Bicker. De scheepsbouwer, koopman, schepen(stadsbestuurder)en burgemeester, kocht het eiland in 1631 en liet er een huis bouwen met een hoge toren om zijn schepen in de gaten te houden. De toren diende tevens als oriëntatiepunt voor aankomende schepen. De straatnamen op Bickerseiland, zoals de Touwslagerstraat, de Zeilmakerstraat en de Blokmakerstraat, geven een goed idee van de toenmalige handel en nijverheid.

vaarroute westelijke eilanden-amsterdam We passeren de Realengracht, een dwarsgracht die Bickerseiland en Prinseneiland scheidt van het verder gelegen Realeneiland. We laten de Realengracht voor wat zij is en varen rechtdoor.

Realeneiland is vernoemd naar de schepen Reynier Reaal. Aan het begin van de zeventiende eeuw kostte het aanmerkelijke moeite om dit eiland vol te krijgen met bedrijven. Aanvankelijk richtte de gemeente zich op haringpakkers. Toen dit niet bepaald storm liep, verlegde de aandacht zich naar timmerwerven en scheepsbouwers.

Aan bakboordzijde zien we de op Realeneiland gelegen Zandhoek en Jachthaven Realeneiland.

Zandhoek dankt zijn naam aan de zandschuiten die in Amsterdam alleen hier mochten aanleggen voor het laden en lossen van zand, dat gebruikt werd ter ophoging van bouwgrond. De Zandhoek beschikt over een van de mooiste gevelrijen van Amsterdam. Begin jaren veertig werden deze panden voor sloop behoed, en nu behoren ze tot de meest begeerde woningen van Amsterdam.

We gaan bakboord uit de Zoutkeetsgracht op.

Aan stuurboordzijde zien we een kolossale bakdekkruiser genaamd Nimphaea. Tot aan de Tweede Wereldoorlog diende de Nymphaea als privéjacht voor Albert Goudriaan en zijn gezin. Het schip maakte vanuit zijn vaste ligplaats, de Veerhaven te Rotterdam, vele weekend- en vakantiereizen naar ondermeer Zeeland (Veere), de Waddeneilanden en de Oostzee. Van deze reizen hield Albert Goudriaan in diverse, gelukkig bewaard gebleven logboeken, nauwkeurig een verslag bij.

Verderop aan bakboordzijde ligt de werf Bierenbroodspot, waar schepen tot 22 meter overdekt gehellingd kunnen worden voor onderhoud.

We draaien voor de brug nr. 318 bakboord uit de Smalle Padsgracht op.

Aan bakboordzijde zien we wel vijftig meter diepe, voormalige wijnpakhuizen van Paarlberg en Levie. Deze panden luisteren naar de namen Potaschvat, Luik, Aleida en Gerrit.

Voorbij deze pakhuizen draaien we bakboord uit de Realengracht op.

We varen nu onder de Drieharingenbrug door. Deze verbindt Realeneiland met Prinseneiland en dankt haar naam aan het eerste huis op het eiland waar boven de deur De Drie Haringen hingen. Aan stuurboordzijde bevindt zich verkoopatelier Ans Markus. ‘Ik schilder vrouwen die vrij willen zijn,’ heeft ze ooit over haar eigen werk gezegd. Als u vrij bent, is een bezoek aan haar permanente expositieruimte zeer de moeite waard. Bezoekende groepen tot circa 100 personen kunnen per boot via de Ans Markus Steiger worden ontvangen.

Na het passeren van de brug varen we stuurboord uit de Bickersgracht op. 
Aan stuurboordzijde ligt Prinseneiland.

De bebouwing van Prinseneiland bestaat voornamelijk uit pakhuizen. Dit pakhuizeneiland is vernoemd naar een huis met een afbeelding op de gevelsteen van Prins Willem van Oranje samen met zijn twee zoons Maurits en Frederik Hendrik. Dit huis is overigens verdwenen.

We varen nu onder de Galgenbrug door die Bickerseiland met Prinseneiland verbindt.

In het verlengde van deze brug ligt de Galgenstraat. De brug en de straat hebben hun naam te danken aan het uitzicht dat men hier vroeger had op de Volewijk in Amsterdam-Noord. Hier stonden de executiegalgen opgesteld ter ‘lering ende vermaeck‘ van het volk. Voor menige heks, dief of moordenaar maakte het stadsbestuur er hier letterlijk een halszaak van.

We vervolgen onze tocht en volgen het vaarwater richting stuurboord, 
parallel aan de zogeheten ‘tussen de bogen‘ onder het spoor.
Aan het einde draaien we stuurboord uit de Prinseneilandsgracht op.

Aan de bakboordoever zien we de Nieuwe Teertuinen. De naam is afgeleid van de vele teerkokerijen die hier in het verleden waren gevestigd. Aan de stuurboordoever zien wij een prachtige rij pakhuizen met sprekende namen als Teerpon, Kaphout en Koornschuur.

We varen langs de Teertuinen wederom de Smallepadsgracht door. 
We gaan bakboord uit brug nr. 318 onderdoor.
Als we de brug gepasseerd zijn, varen we bakboord uit het Westerkanaal op.

We passeren de Westerkeersluis (voor openingstijden zie Vaargegevens) en zien aan bakboordzijde de Haarlemmerpoort.

Aan het begin van de zeventiende eeuw werden maatregelen genomen om het toenemende rijtuigenverkeer in te dammen. Er werd zelfs een rijverbod uitgevaardigd voor rijtuigen van buiten de stad. Zij moesten op wagenpleinen buiten de stad blijven staan. Het Haarlemmerplein was een van de resultaten van het toenmalige parkeerbeleid.

We passeren brug nr. 151 en varen rechtdoor de Singelgracht op. Voor brug nr. 155 houden we bakboord aan en volgen de Singelgracht.

Evenals de Weteringschans maakte de achter de Singelgracht gelegen Marnixstraat oorspronkelijk deel uit van de zeventiende eeuwse verdedigingsgordel rond de stad. De gordel bestond uit een verdedigingsgracht (de huidige Singelgracht), een met steen beklede aarden omwalling en een binnengracht (de huidige Lijnbaansgracht). Vanaf Realeneiland in het noordwesten tot aan het eiland Oostenburg in het noord-oosten van de stad waren in de omwalling zesentwintig bastions en acht poorten opgenomen.

We blijven rechtdoor varen en passeren brug nr. 161. Pas op: lage brug, 1,33 m +NAP!

Nadat we brug nr. 165 gepasseerd zijn, gaan we direct bakboord uit.
Aan stuurboordzijde ligt Politiebureau Raampoort. Het gebouw dateert uit 1888 en is door de architecten De Greef en Springer ontworpen, die eveneens de geestelijke ouders waren van de Blauwbrug over de Amstel. Vanaf het water heeft het gebouw iets weg van een middeleeuwse vesting of burcht.

We varen onder de Marnixstraat door en gaan gelijk bakboord uit brug nr. 118 onderdoor. 
We varen nu op de Lijnbaansgracht.

De Lijnbaansgracht dankt haar naam aan de vele touwslagerijen (lijnbanen) die hier in het verleden waren gevestigd.

We gaan stuurboord uit onder brug nr. 127 door de Egelantiersgracht op 
in de richting van ons vertrekpunt café ‘t Smalle.

Als u tijd over heeft is het de moeite waard om een bezoek te brengen aan het Sint Andrieshofje (Egelantiersgracht 105-141). Het Sint Andrieshofje is, op het Begijnhof na, het oudste nog bestaande hofje van Amsterdam. In 1614 had de rijke, ongehuwde veehouder Ivo Gerritsz. testamentair bepaald dat zijn nalatenschap aan een hofje moest worden besteed, voor ‘alsulcke eerlicke arme persoonen’. Zo geschiedde. Het hofje werd gebouwd in 1617 en bood onderdak aan behoeftige rooms-katholieke weduwen.


Download deze vaartocht
Terug naar alle vaartochten